‘Wanneer wij, als leerplichtambtenaren, betrokken raken bij een jeugdige is het goed om te weten dat er ook andere hulpverlening betrokken is. In eerste instantie maken wij de overweging of het noodzakelijk is om een MDO te organiseren of dat wij de leerling en ouder apart spreken. Als we van te voren weten wie er betrokken is, kunnen wij een effectief gesprek vormgeven en zit er geen vertraging in omdat we pas later op de hoogte zijn van andere betrokkenen. Maar ook de route die gekozen wordt (handhaven of ruimte geven voor hulpverlening) kan alleen gedegen gemaakt worden als er met alle partijen gesproken is. Het is fijn dat je via VIN te weten komt welke hulpverlening betrokken is en is geweest, zodat wij een gedegen afweging kunnen maken rondom het proces dat wij gaan inzetten. Dit voorkomt in vele gevallen een hoop wachttijd, een juiste aanpak en wellicht in sommige casussen een beter passend proces.’